‘Samen’ zit in het DNA

Foto hal style, personeel werkt aan de bt1500

‘Samen’ zit in het DNA

Een artikel uit de Gooi en Eemlander.

Style CNC machines

Product: Computergestuurde freesmachines en draaibanken Medewerkers: 50 in Nederland en 13 verspreid over verkoopkantoren in België, Tsjechië en Polen
Plaats: Bunchoten-Spakenburg

Ron en Bastiaan laten de STYLE console/besturing zien
’Veel medewerkers komen op het fietsje vanuit het dorp hier werken’, zegt directeur Bastiaan Clement (r). Links Ron. FOTO’S STUDIO KASTERMANS/ ALEXANDER MARK

Bunchoten-Spakenburg ■ Loop een willekeurige fabriek binnen en negen van de tien keer staat er een CNC machine op de werkvloer, een ’computer numerical control’ of simpeler gezegd een computergestuurd apparaat. Bij Style produceren ze die machines waarmee anderen weer machineonderdelen maken of repareren. Computergestuurd maar bij het bedrijf voeren juist mensen de boventoon. „We zijn een echt Spakenburgs bedrijf, veel medewerkers komen op het fietsje vanuit het dorp hier werken”, zegt directeur Bastiaan Clement.

Het start allemaal in 1991 met een Atari, de razend populaire spelcomputer uit de jaren 70. „Dit systeem werd zelfs gebruikt voor de aansturing van discolampen”, weet Clement. Een losse computer aangesloten op boormachines en draaibanken die ervoor zorgde dat repeterend werk snel en nauwkeurig uitgevoerd werd. Omdat de klanten vroegen om een machine waarin die besturing geïntegreerd was, bouwden ze de eerste CNC machine. Een draaibank, later volgde een freesmachine. „Op een draaibank draait het materiaal en staat het gereedschap stil, bij een frees is dat precies andersom”, legt hij de verschillen uit. Inmiddels maken ze er twintig verschillende modellen, naast maatwerk CNC’s. Ze staan bij bedrijven die bijvoorbeeld radijsplukmachines maken of onderdelen voor Quooker kranen, bij jachtwerven voor onderhoud denk aan het rechtmaken van een roer dat net iets uit het lood staat. Team Hurricane, befaamd tractorpulling team, de sport waarbij met brullende tractoren gewichten worden verplaatst, gebruikt ze om de motor te tunen.„Onderdelen voor bussen, horloges, vliegtuigen”, voegt Clement nog toe. „Eigenlijk zie je op elke hoek van de straat wel iets dat gemaakt is met onze apparatuur.” Bij Style produceren ze altijd CNC’s die enkelstuks of kleine series maken. Zichtbaar trots laat de directeur het bedrijfspand zien: „Tof hé?” Het pand met witte vloeren, veel glas en hoge plafonds is fonkelnieuw en ruikt zelfs naar ’nieuw’. Zo’n mengeling van verf en bouwmaterialen. In mei 2020 betrokken ze hun nieuwe onderkomen dat geheel gebouwd is volgens hun wensen. „We hebben nu 6.000 vierkante meter in plaats van 2.000 in het oude pand.” En heel bijzonder: alle medewerkers mochten meepraten over het pand. „Dan krijg je wensen als een jacuzzi op het dak”, zegt hij droog. Of betere klimaatbeheersing: „In het oude pand was het in de fabriek zomers heel warm. Nu hebben we die hoge plafonds en een vernevelingsinstallatie voor als het te warm wordt.”

Foto hal style, personeel werkt aan de bt1500
In kleine groepjes werken de monteurs zelfstandig aan de CNC machines.

Futurisch design

Verdeeld over zestien werkplekken werken kleine teams aan nieuwe producten. „De monteurs maken zo’n machine van A tot Z, zoveel mogelijk zelfsturend”, vertelt Clement. Aan het plafond bovenloopkranen, aan de muren kleinere verticale kranen. Bedoeld om zware onderdelen te tillen en machines die klaar zijn op vrachtwagens te plaatsen. De draaibanken hebben een ronde vorm, frezen rechthoekig, de lengte gemiddeld anderhalf tot drie meter. Die draaibanken zien er futuristisch uit: „MRI-scan, spaceshuttle, wastrommel, overal worden ze mee vergeleken”, weet Clement. Grappig detail: hun draaibank wórdt ook gebruikt om buizen voor MRI-scanmachines te maken. „De vormgeving is belan-rijk en wordt gemaakt door een industrieel ontwerper. Vroeger zaten er allemaal schroeven en bouten aan de buitenzijde, nu is die helemaal strak.” In tien tot twaalf dagen transformeren ze een gietijzeren frame naar een CNC machine, inclusief plaatwerk, motor, bekabeling, besturingssysteem, elektroplaat en is ieder onderdeel getest. „Iedereen kan binnen een dag leren met ons besturingssysteem te werken”, volgens Clement. Het zijn grote ’iPads’ naast de machine en net als bij die ’grote broer’ werkt de bediening intuïtief. Monteur Ron laat het zien: hij voert een paar waardes in, het systeem berekent de ontbrekende gegevens, op het scherm zie je het eindproduct en staat welke gereedschappen daarvoor (computergestuurd) gepakt moeten worden.

Goede weekomzet is patat trakteren op vrijdag

„Vroeger was het draaien, meten, draaien, meten, echt continu. Het was echt hogere wiskunde, nu denkt het programma mee.” Bi-voorbeeld met 3D-simulaties waardoor je kunt controleren of het resultaat goed is en hoeveel tijd de bewerking kost. Op kantoor werken ze 160 uur in de week aan de ’nullen en eentjes’ van de besturingssoftware. Altijd in overleg met klanten. „We zeggen gewoon ’schiet er maar op’, zij werken er tenslotte mee. Dan blijkt dat je soms te moeilijk denkt, vijf handelingen en een controlestap na iedere verrichting terwijl dat ook aan het eind in één keer kan.” Of een klant die vraagt: ’als ik een as van twee meter draai en het raadeind gaat bovenin kapot, kun je ervoor zorgen dat ik dat kan repareren zodat ik niet de hele as hoef weg te gooien’. „We zijn trots op wat we doen, hebben plezier in wat we doen en we zijn allemaal gelijkwaardig”, benadrukt Clement. Kijk naar het bedrijfspand waarover iedereen mocht meepraten. Of successen die met het voltallige personeel worden gevierd: „Trakteren we iedereen op patat op vrijdagmiddag als er die week veel verkocht is.” Of
’op de krat bijeenkomsten’. „Je kunt dan vertellen wat er in jouw werk de afgelopen maand is gebeurd of je kunt een collega vragen op de krat te vertellen wat hij of zij nou precies doet.”

Ook met het technisch onderwijs is veel contact. „Zelf hebben we geen moeite om personeel te vinden, maar doorgaans is er weinig interesse in techniekonderwijs.” Met het doel jongeren te laten proeven aan wat techniek is, werken ze samen met het ROC Amersfoort. Zo staan hun machines bij het Corlaer College uit Nijkerk en maken leerlingen daar werkstukken mee. Samen met oud-leerlingen wordt nu een nieuwe machine ontworpen. „En dan hoop je dat ze, als ze in de techniek gaan werken, bij hun baas om een Style machine vragen”, grapt hij. Waar hij nog meer trots op is?
„Dat we deel uitmaken van de Nivora Groep. Zij zetten zich onder meer in om werkgelegenheid en technologie in Nederland te houden.” Clement: „We hebben hier een leuke werksfeer, kennen weinig hiërarchie en maken een mooi product. Verder moet je jezelf niet te interessant vinden.” Maar trots is hij wel.

Yvonne Hulsbos